donderdag 29 december 2011

Cambodia foto's











Laos Tekst + Foto's


Via het Thaise dorpje Chiang Kong steken we heel vroeg 's ochtends de Mekong over naar het Laotiaanse Huay Xai. De Mekong -fungerend als natuurlijke grens tussen het noorden van Thailand en Laos - bracht ons na twee dagen slowboat naar Luang Prabang mits een overnachting in het artificieel aandoende Pakbeng. Al te vaak worden authentieke gehuchten, omwille van hun gunstige ligging, toeristische transit steden... Een weinig charmante industrie waaraan ook wij een duit bijdragen. 
De ligging van het stadje is op z'n zachtst gezegd paradijselijk, de enige verbindingsweg is de Mekong, het baadt letterlijk in het bosrijke groen. 

Bij aanvang van tweedaagse afvaart vrezen we extreme verveling. Niets blijkt zo onterecht, de voorbijglijdende landschappen van scherpe torenhoge limestone kliffen, deels begroeid door dichte junglevegetatie afgewisseld door afgelegen parel witte strandjes bevolkt door menig waterbuffel zijn een lust voor het oog. (Ook leuk, aan boord wordt er Beerlao verkocht, het locale bier waar de Laotianen uiterst trots op zijn, wordt brouwen van rijst en is deels in handen van het alomtegenwoordige Calsberg).



Onze Unesco Wereld Erfgoed bestemming, Luang Prabang is duurder dan verwacht, hotelletjes gaan allen boven de 100.000 KIP (10 Euro). Het geld is hier geen fluit waard, torenhoge inflatie, met miljoenen op stap zijn is hier vanzelfsprekend... 
We vinden, na verschillende guesthouses bezocht te hebben, een erg net optrekje voor de voordelige prijs van 90.000 KIP, das 10.000 winst, exact het bedrag voor een 640ml grote Beerlao fles op café of restaurant.
Bulgaars, Australisch en Duits gezelschap brengt ons naar de Kouang Si watervallen. Het azuurblauwe water, de omringende tropische begroeing, het rustgevende geluid van snelstromend water zorgen dat de dag voorbij vliegt.













Hoewel we gewaarschuwd werden voor een hoog Oh oh Cherso gehalte in Vangvieng, hielden we toch even halt op onze weg naar Vientiane, zo werd 12u bus opgedeeld in 2 x 6u. Bij aankomst in het in donker gehulde stadje worden we er ons direct bewust van een foute keuze gemaakt te hebben. 
Luidruchtig Aussies, Britten (eilandbewoners he) en vreemdgenoeg Hollanders domineren er het straatbeeld, door halfnaakt, straalbezopen met grote Beerlao of bucket (emmer vol lao lao - wisky uit rijst gestookt - met frisdrank) rond te waggelen op zoek naar de geschikte partner om de horizontale samba met te dansen, of toch een poging te ondernemen.
Veel langer dan een dag blijven plakken gaat hier niet, tenzij je per se strontzat van bar naar bar wil dobberen via de binnenband van een camion op de locale rivier. Tubing hetgeen deze anders zo prachtige setting flink verkloot.





Vientiane valt te vergelijken met Gent qua grootte, helaas mist het de gezelligheid van onze thuishaven. Het doet nogal artificieel aan, na een ommetje besluiten we ook hier kortstondig te verblijven. 

Kong Lor Cave, nabij Tha Kaek, schijnt de moeite en bereikbaar na zes uurtjes bus. De zes uur worden er al gauw acht, maar eenmaal gearriveerd worden wij allen betoverd door de oprechtheid van het dorpje Konglor. De Hinboun rivier, baande zich een weg doorheen de limestone rots en vormde zo een tunnel van 7.5km. Op sommige plaatsen is de grot 100m hoog en breed, en zoals het een onvervalst grot betaamt vochtig en vrij van enig zonlicht. Via een platbodem, longtail bootje begeven we ons naar de mond van het monster, stroomopwaarts duurt het tochtje makkelijk een 1,5u.
Korte wandeltochtjes langs bewonderenswaardige stalagmieten en tieten,
pegels aan het plafond of op de grond, die achterblijven door neerslag of uit stolling van een vloeistof in het bezit van heus wat mineralen, maken dit gapend hol als een der mysterieuste plaatsen door ons ooit bezocht.














De Laotiaanse keuken is geen hoogvlieger, hoewel er een overvloed is aan prachtige ingrediënten verkiest men bovenal buffel. Gefermenteerde, bruine drek van buffel is hier een delicatesse. De geur van dit goedje is abominabel. Van het huis (lees hutje) naast onze guesthouse kwam plots een gelijkaardige geur, maar net iets intenser. In een straal van 200m rondom het kadaver is ademen nagenoeg onmogelijk, de misselijkmakende penetrante geur is niet te harden.
Het kadaver lag reeds enkele dagen te gisten - de beestjes waren al flink aan het werk - na een vruchteloze zwembeurt in een nabij gelegen riviertje. De vinder van het hoopje levenloze stank vertransporteerde het naar het dorp (dus naast ons hutje, fijne nachtrust...), begon het in stukken te hakken, dit trok de nodige aandacht bij de locals, allen noesten en zouden een stukje rottende buffel versieren, heeeeeerlijk...

Het zuiden is vlakker, kaler, heter, leek ons in eerste instantie minder mooi, tot we het Bolaven plateau bereikten. Terecht is men hier fier op de op het plateau gekweekte koffie! We bezoeken er koffieplantages, theeplantages en bovenal de veste watervallen ever...
Vanuit een groene rots spuiten twee snelstromende rivieren hun water 120m dieper, behoorlijk indrukwekkend. De viewpoint bereiken van dit spectacel kost heus wat moeite, helaas bleven de gewenste foto's uit, adrenaline...